OPEN HUIZEN EN WARME PLEKKEN VOOR BURGERS 

Deze column werd geschreven door Stefaan Segaert, medewerker bij Hart boven Hard.

Er is een erg begeesterende studiedag door Socius in hartje Brugse Poort. Ik schuif aan voor een stuk brood met heerlijke humus. Op de plaveien heb ik een babbel met Marc Jans over het belang van plekken voor het sociaal-cultureel werk. Misschien wordt dat wel een belangrijk ankerpunt voor onze sector in de toekomst, stelt denker en onderzoeker Marc … Het zet me aan het denken, nog meer na 13 oktober. 

WELK SOORT PLEKKEN HEEFT NINOVE NU NODIG? 

Ninovieters Luc Barbé en Ben Schokkaert hebben het er heel nadrukkelijk over in hun boek ‘Wie zei daar marginaal?’ . Hoofdstuk 19 is er integraal aan opgedragen: “Steden en dorpen hebben nood aan plekken, en dat geldt ook voor Ninove. Gelukkig zijn er hier heel wat plekken die bijzonder belangrijk zijn voor de mensen en die functioneren: ze faciliteren verbinding en ontmoeting, er is beleving, en soms ook verrassing (…). Een van de vele besluiten uit onze gesprekken was dat mensen een grote nood hebben en er veel deugd aan beleven. Dat hangt ook samen met het feit dat er op echte plekken op een of andere manier iets gebeurt, dat er zingeving is” (151). 

DE PLEKKEN WAAR FLOOR ZIEGLER EN TEUN GAUTHIER HET OVER HEBBEN

Kent u Floor en Teun? Nederlanders die de stadsmakers van steden en dorpen zowel bij onze noorderburen als daarbuiten trachten te versterken, te ondersteunen, hun enorme kapitaal meer zichtbaar maken, meer politiek zichtbaar maken dus … sinds kort ben ik toegevoegd aan de What’sApp-groep van Den Haag. Indrukwekkend welke vibes daar leven! 

Hun boek “Een wereld van gemeenschappen” gaat ook heel expliciet over het belang van plekken voor burgers. Het boeiende verslag van stadsmakersgemeenschappen staat bol van de verwijzingen daar naartoe: ‘Een gemeenschap heeft ook een plek nodig, een herkenbare, toegankelijke plek waar mensen kunnen samenkomen. Dat kan een buurthuis zijn of een kroeg, een hangbankje in het park. De voetbalkantine is de plek waar de voetballende gemeenschap elkaar ontmoet en tegenkomt’ (40). 

Sterker nog: op pagina 84 noemen ze plekken als essentieel voor gemeenschappen. Plekken staan dan in harmonie met: ‘In iedere wijk, buurt, stad of dorp zijn de ingrediënten voor gemeenschappen al aanwezig: een mogelijke plek, sleutelfiguren, initiatiefnemers, ideeën’. 

BROEDPLAATSEN 

Omdat Floor en Teun zo’n enthousiaste maar ook visionaire denkers zijn put ik nog éénmaal uit hun boek, plekken worden er soms broedplaatsen genoemd: ‘Broedplaatsen zijn, als het goed is, plekken waar figuurlijk gebroed wordt, ideeën ontstaan en uit het ei komen’, ‘de maatschappelijke waarde van broedplaatsen is groot. Veel gemeenten zouden er anders naar kunnen kijken: niet als een leuk tijdelijk initiatief, maar als een structureel onderdeel van een vitale gemeenschap’ (126). 

DE PLEKKEN VAN JULIE CAFMEYER 

In een uitgebreid én beklijvend gesprek in DSL van 12 oktober heeft ook actrice en schrijfster Julie Cafmeyer het over plekken. Op micro-niveau heet het: ‘als je bij iemand weggaat, wat is je plek dan? Die eigen plek, daarover gaat het’ (p.4). En meer fysiek en communaal gaat het bij haar over ‘een plek waar je redelijk goedkoop kunt eten, een ontmoetingsplek voor gezinnen en singles ‘ (p.5). Ze verlangt daarboven naar ‘plekken waar de gsm weg moet, de wereld buitengesloten wordt: bioscopen, badhuizen, zwembaden’ (p.6)

HOE ZIEN DIE PLEKKEN ERUIT? WELKE SMOEL HEBBEN ZE? 

Bij Floor en Teun heten plekken nu eens ‘broedplekken’ en dan weer een ‘oase’ en ‘schuilplek’ , in een scherp artikel over plekken in Antwerpen noemt cultuursocioloog Pascal Gielen ‘semipublieke ruimtes’ ‘plekken waar je durft te spreken met de ander die bijdragen aan sociale cohesie’. Hij voegt er waarschuwend aan toe dat er een politieke strategie achter het uitdoven van deze ruimtes schuilt, ‘zo wil de N-VA het middenveld kapot en daar horen ook de organisaties bij’ (DS, 5/10/24, Echt Antwerps theater). 

Als ik aan mijn eigen stad Lokeren denk gaat het over plekken als buurtwerking De Moazoart, maar ook over de duidelijk gebruikte zitbanken geprangd tussen de Stationsbuurt en de Markt. Het gaat voor veel burgers ook over de gemoedelijkheid van de wekelijkse rommelmarkt op zondag. In Ninove gaat het wellicht meer dan ooit over de wekelijkse Babbeloniëgroep waar nieuwe en oude Ninovieters elkaar ontmoeten om elkaar beter te leren kennen, een plek van interculturele uitwisseling, een plek waar Nederlands kan geoefend worden. Na zondag meer dan ooit ook een safe space waar je mag zijn wie je bent? 

UITDAGINGEN VOOR HART BOVEN HARD

Wat betekent de focus op plekken voor de burgerbeweging en middenveld-verbinder Hart boven Hard? Kunnen we met het oog op een nieuw beleidsplan dromen van warme, open, fysieke broedplaatsen in pakweg Lokeren, Geraardsbergen, Turnhout, Oostende, Roeselare? 

Plekken waar een LETS-groep zijn ruilmarkt houdt en daags nadien de Fietsersbond een actie voorbereidt, plekken waar rouw-of liefdescircels kunnen plaatsvinden, de yoga en de samentuin in elkaar overvloeien. De Volkshuizen 2.0? Waar burgerinitiatieven kunnen groeien en bloeien? Waar het politieke en publieke debat over hoe de samenleving vorm te geven een plek krijgt? Nele Vanderhulst van Socius noemde dat op de studiedag van 26 september mooi ‘praktijken die bijdragen aan het publieke meningsverschil’. Hannah Arendt is near! 

Plekken met ruimte voor politisering, voor autonomie en ontmoeting, open huizen met hele lage drempels. 

Dat is een hele mondvol maar misschien meer dan ooit een maatschappelijke uitdaging van vol formaat! 

Reacties welkom op stefaan@hartbovenhard.be