Kroonmolen aan Zet: wijkparticipatieproject in Sint-Niklaas

Hoe verbeter je de leefbaarheid en sociale cohesie in een typische volkse arbeiderswijk? Met die vraag trapte de stad Sint-Niklaas in de Kroonmolenwijk in 2022 het 4-jarig wijkparticipatieproject Kroonmolen aan Zet af. Met Seppe Van Bogaert, participatiemedewerker, blikken we terug en kijken we vooruit.

Hoe is Kroonmolen aan Zet gestart?  

Seppe Van Bogaert: “Toen ik in 2017 halftijds als participatiemedewerker bij de stad Sint-Niklaas startte, ontstond bij veel collega’s al vrij snel het idee dat ‘de participatieambtenaar alles voor ons gaat regelen’. Dat is natuurlijk niet haalbaar in een halftijdse functie. Twee dingen vielen me meteen op. Ten eerste ontbrak bij mijn collega’s de kennis om mij op het juiste moment te betrekken bij hun project. Participatie moet passen bij de doelstellingen van je project. Wanneer kies je voor participatie en welke invloed heeft dat op het proces? Dat zat nog niet goed. Daar zetten we op in. Dat doen we o.a. door elk jaar een leertraject voor collega’s/gangmakers die complexe samenwerkingsprocessen trekken te organiseren. Hun projecten vormen de basis van de opleiding. We geven geen theorie maar gaan meteen met hun praktijk aan de slag, ondersteund door handvaten, tools en methodieken. Dit doen we tijdens 4 opleidingsdagen die verspreid zijn over 4 maanden. Zo ontstaat er tussen elke opleidingsdag tijd om te experimenteren in de eigen praktijk, en de volgende opleidingsdag uit te wisselen over de opgedane ervaringen. Jaarlijks nemen 22 collega’s deel. Dat zorgt ondertussen voor een cultuuromslag. Ten tweede merkte ik dat mijn collega’s ook veel bezig waren met andere taken dan enkel met hun kerntaken. Dat moet ook, want wij hebben bijvoorbeeld geen uitgebreide communicatiedienst die veel werk kan overnemen. Als de natuurambtenaar geveltuinen wil realiseren, dan moet hij veel energie investeren om een groep mensen samen te krijgen en dynamiek te creëren. In feite moet het omgekeerd: het ontstaan van dynamiek moet bijdragen aan het project, niet andersom. Ook dat ‘moest’ anders.

In 2018 organiseerde het Kenniscentrum Vlaamse Steden een bijeenkomst voor alle centrumsteden over gebiedsgericht werken. Dat was heel inspirerend voor mij. Op dat moment startte er ook een nieuwe schepen van Participatie en hebben we in de meerjarenplanning opgenomen dat we een pilootproject zouden opstarten in één of twee wijken.

Begin 2021 hebben we voor de eerste keer mensen samengebracht. In maart 2021 kwam een subsidie voor wijkverbetering van de Vlaamse overheid op ons pad. Ze paste perfect bij het werk dat we aan het doen waren, en we dienden een subsidiedossier in. Met die subsidie – 580 000 euro voor 4 jaar – konden we aan de slag in een wijk.

Waarom hebben jullie voor de Kroonmolenwijk gekozen?

De Kroonmolenwijk staat al lang bekend als een wijk met veel uitdagingen. Enerzijds wonen er veel mensen in een kwetsbare situatie. Anderzijds wordt er in de wijk al veel initiatief genomen en zijn er al veel organisaties actief zoals buurtwerk.

Nog voor we de subsidie hadden gekregen, hadden we al de Kroonmolenwijk gekozen. Onze keuze is vooral gebaseerd op kwetsbaarheidscriteria zoals verhuisbewegingen, laagopgeleide moeders, verhoogde tegemoetkomingen, leeflonen, de verhouding tussen Belgen en niet-Belgen …

Hoe zijn jullie verder aan de slag gegaan?

Vooraleer we één oproep in de Kroonmolenwijk hebben gelanceerd, zijn we gestart met het uitbouwen van een netwerk van partners. Denk aan iemand van het woonzorgcentrum Het Hof, iemand van het Vrouwencentrum, de buurtwerker … Onze eerste bijeenkomst vond zelfs plaats voor de goedkeuring van de subsidie. We gingen hoe dan ook starten.

Ons doel is om te werken aan de leefbaarheid in de wijk en om die leefbaarheid ook te meten. We hopen dat we impact hebben gemaakt met de acties en projecten die er al gebeurd zijn en die nog (gaan) gebeuren. Samen met de partners keken we naar wat er nu al bijdraagt aan de leefbaarheid, en op welk vlak we een verschil willen zien. Onder de noemer Kroonmolen Onderzoekt – fase 1 van Kroonmolen aan Zet – hebben we aan bijna 400 inwoners in maart/april 2022 gevraagd hoe het is om in de wijk te wonen. Dat herhalen we in 2025, zo weten we of er iets veranderd is.

Het wijkparticipatietraject verloopt in verschillende fasen?

Dat klopt, meer bepaald in 5 fasen. In Kroonmolen Onderzoekt (maart/april 2022) hebben we dus aan 400 inwoners gevraagd hoe het was om in de Kroonmolenwijk te wonen toen Kroonmolen aan Zet startte. In mei/juli 2022 ging fase 2 van start: Kroonmolen in Beeld. Drie fotografen gingen langs in de wijk. Wij maakten een praatje met zo veel mogelijk inwoners terwijl de fotograaf de buurtbewoners fotografeerde voor hun voordeur? Nadien kwam fase 3: Kroonmolen Luistert. Tussen juli 2022 en februari 2023 gingen we via wetenschappelijk onderbouwd luisteronderzoek met de inwoners dieper in op specifieke redenen die ervoor zorgen waarom iemand zich al dan niet goed voelt in de wijk. Daarna brachten we in Kroonmolen Verbindt (maart/april 2023) wijkbewoners, organisaties uit de wijk en medewerkers van de stad samen rond de verhalen die ontstonden tijdens Kroonmolen Luistert. Zo ontdekten we wat er nodig is om van de Kroonmolenwijk een nog leukere plek te maken. Sinds mei 2023 zitten we in de vijfde fase: Kroonmolen Groeit. We zetten acties en projecten op, die een antwoord bieden op de noden die uit het luisteronderzoek kwamen. Dat loopt tot eind 2025.

In Kroonmolen Onderzoekt en Kroonmolen Luistert hebben jullie veel buurtbewoners bevraagd. Hoe hebben jullie dat aangepakt?

Gewone vragenlijsten bieden volgens ons weinig meerwaarde. Je leert de mensen niet kennen en de uitkomst zijn cijfers en diagrammen. Dat geeft wel de temperatuur weer, maar niet welke concrete uitdagingen er achter die cijfers en diagrammen schuilen. Vandaar Kroonmolen Luistert. Door tijd te nemen om in gesprek te gaan en menselijkheid in het gesprek te brengen leerden we wijkbewoners écht kennen en konden. Dat maakte het gemakkelijker om volgens een bepaalde methodiek diepgaander en kwalitatiever bepaalde op specifieke onderwerpen in te gaan. Zo kregen we een beeld op waarom iemand zich wel of niet goed voelt in de wijk. Daarvoor hebben we mensen opgeleid – de zogenaamde ‘Luisterende Oren’ – die in totaal 274 verhalen bij elkaar hebben gesprokkeld. Dat gebeurde zowel individueel (bijvoorbeeld aan de deur of tijdens evenementen) als in groep (bijvoorbeeld in het buurthuis of in de school). Zo heeft Familiehulp bijvoorbeeld 7 mensen ingeschakeld om met 70 cliënten in de wijk te praten.

Voor die gesprekken hebben we samengewerkt met de organisatie Voices that Count, ondersteund door de software Sensemakers. We noemen de methodiek ‘narratief onderzoek’. We zochten niet naar meningen, maar naar verhalen. Door vragen te stellen zoals ‘hoe voelde u zich bij die gebeurtenis?’ kan je verschillende gevoelens vastleggen. In de analyse kan je dan filteren op alle positieve of negatieve gevoelens, of zien welke verhalen bij bepaalde groepen mensen horen zoals mensen die niet-Belg zijn.

Uit Kroonmolen Luistert kwamen 4 grote uitdagingen naar voor: meer verbinding en ontmoeting, meer groen, meer verkeersleefbaarheid en tenslotte de nood aan toegankelijkere hulp en ondersteuning. En toen – in mei 2023 – begonnen we aan Kroonmolen Groeit met acties en projecten om een antwoord te bieden op de noden.

Welke acties en projecten zijn er dan bijvoorbeeld ontstaan?

Helaas kwamen er niet meteen acties op gang: één bewoner organiseerde een potlück, maar daar bleef het bij. Het moest duidelijk groeien. Ik ben toen zelf in gang geschoten. In de Rolliersstraat ligt een braakliggend terrein. Ik heb aan de eigenaar gevraagd of we de locatie tijdelijk mochten inrichten. We hebben bloemen geplant en een bank geplaatst, maar de plek werkte niet zoals gehoopt: de bloemen verwilderden en de mensen wisten niet goed wat ze met de plek moesten aanvangen.

Toen opperde een van de bewoners het idee van een moestuin. Toevallig kende een van mijn collega’s een project in Gent: studenten hadden in een wijk een moestuinprogramma ontwikkeld voor kinderen uit de lagere school. Zij wilde iets gelijkaardigs doen. En toen ging de bal aan het rollen, en ontstond het idee van een samentuin. Zij contacteerde de omliggende scholen: de leerlingen hebben mee gezorgd voor de bouw van de plantenbakken. Er kwamen moestuincoaches van Velt en de provincie Oost-Vlaanderen les geven. Ik kon buurtbewoners aansporen die ik al kende van Kroonmolen in Beeld en Kroonmolen Luistert om mee te doen. Ondertussen hebben de bewoners zich verenigd en draait de samentuin op zichzelf. In het voorjaar vierden we al een oogstfeest.

Wat is er naast de samentuin nog gebeurd?

Een andere nood was om hulp en ondersteuning makkelijker beschikbaar te maken. Denk aan burenhulp en mensen die zich eenzaam voelen en behoefte hebben aan een gesprek. Daarop bracht Zorgpunt Waasland enkele organisaties samen zoals Familiehulp, de school en het woonzorgcentrum. Van daaruit zijn we gestart met de Buurtconciërge i.s.m. Hoplr.

Wijkbewoners weten vaak niet waar ze hulp kunnen vinden, en hulporganisaties weten ook niet altijd naar wie ze de hulpvrager kunnen doorverwijzen. Ook de Kroonmolenwijk zit boordevol mensen die elkaar nog niet kennen, maar toch iets voor elkaar kunnen betekenen. Onze eerste buurtconciërge is Claire Fobe. Bij haar kan je gratis terecht met hulpvragen zoals boodschappen doen of vervoer voorzien, gezelschap voorzien, kleine klusjes … Zij brengt mensen die willen helpen in contact met mensen die hulp nodig hebben.

Kroonmolen aan Zet loopt nog tot 2025. Wat zijn de plannen voor de toekomst?

Nu zijn we bezig met het wijkbudget, een primeur voor Sint-Niklaas, want het is de eerste keer dat de stad een deel van het stadsbudget ter beschikking stelt aan de buurt om zelf initiatieven te ontwikkelen.

Met het wijkbudget zijn de inwoners, verenigingen, organisaties, scholen, bedrijven, handelszaken … uit de Kroonmolenwijk allemaal samen aan zet. In het voorjaar van 2024 konden ze voorstellen indienen die aansluiten bij de uitdagingen uit Kroonmolen Luistert. 44 mensen en organisaties dienden een voorstel in. Zij werden geclusterd en werkten 6 realistische projecten uit. In september moet een wijkpanel – we noemen hen de Kroonkiezers – beslissen waar het geld naartoe gaat. Op 5 oktober maken we dat officieel bekend tijdens een evenement in het stadhuis. Daarna starten we met de ondersteuning van de groepen, want zij moeten hun projecten realiseren voor eind 2025.

Daarnaast willen we het Kroonmolen aan Zet grondig evalueren en een blauwdruk maken om aan de nieuwe bestuursploeg te bezorgen. Zij stellen immers de meerjarenplanning 2026-2030 die we als ‘administratie’ voorbereiden in het voorjaar. We hopen dat we het project kunnen voortzetten, niet alleen in de Kroonmolenwijk, maar ook in andere wijken. We dromen nog van een inspiratiedag in samenwerking met heel wat partners die voor veel mensen openstaat. Een beetje zoals het Kenniscentrum Vlaamse Steden ons heeft geïnspireerd.

Wat er dus na 2025 gebeurt? Geen idee, dat wordt spannend afwachten. Participatie is een kwestie van experimenteren. Dat is een andere manier van werken. Voor veel mensen is dat moeilijk. Zeker leidinggevenden willen weten waarom ze betrokken worden, wat ze moeten doen en welk resultaat dat zal opleveren. ‘Het moet concreter worden’, klinkt het dan. Maar zo werkt participatie niet. Je moet vertrouwen hebben in het proces, je moet erin stappen zonder de uitkomst te kennen. Tijdens de eerste bijeenkomst over het wijkbudget wilden we de mensen die een voorstel hadden ingediend, connecteren met partners om de projecten uit te werken. Op het einde gaf een van de partners aan dat hij geen aansluiting zag met de projecten, maar had hij iemand van een school leren kennen om een ander project uit te werken. Dat is een onrechtstreeks, maar mooi gevolg. Daarom moeten we vertrouwen hebben in dit soort trajecten.

Benieuwd naar de samentuin? We gingen op reportage en spraken met buurtbewoners Els, Marleen, Liesbet en Ruben.