Een democratische revolutie in Barcelona

Waarom is Barcelona verkozen tot Europese Hoofdstad van de Democratie? Dit artikel probeert antwoorden te formuleren op vragen zoals: waarom is Barcelona innovatief op het gebied van democratie? Hoe organiseert het burgerparticipatie? Hoe herformuleert het de relatie tussen de stad en de burger? Hoe doet Brussel het in vergelijking met Barcelona? … Die vragen leiden tot inzichten die een beter begrip bieden van de rol van de stad in het herdenken en in het heruitvinden van democratie.

Met zijn rijke geschiedenis, levendige cultuur en democratische traditie van actieve betrokkenheid heeft Barcelona door de eeuwen heen sociale verandering en democratie een podium geboden. Daarom werd Barcelona op 18 januari 2023 uitgeroepen tot Europese hoofdstad van de Democratie (ECoD) na een stemming door meer dan tweeduizend leden van een pan-Europese burgerjury. Het initiatief werd door de EU in het leven geroepen omdat het vindt dat de Europese democratie ondermijnd wordt. Een standpunt innemen voor onze Europese waarden is naar eigen zeggen nog nooit zo belangrijk geweest. Wat ‘onze’ Europese waarden zijn, dat is onduidelijk. Interessanter is dat het ECoD-initiatief participatie wil bevorderen om representatieve democratieën, die momenteel in crisis verkeren, te versterken en opnieuw uit te vinden. Terwijl de representatieve democratie steeds kwetsbaarder wordt, stelt de EU zichzelf de vraag: hoe kunnen we burgers en politici in heel Europa betrekken en overtuigen om mee te vechten voor democratie?

Steden staan het dichtst bij de behoeften, talenten en dynamieken van hun bevolking en door de schaalgrootte zijn ze wendbaar en flexibel. Het zijn broedplaatsen voor democratie: veel Europese steden zitten niet stil en nemen de leiding in de heroverweging en herinrichting van de representatieve democratie. Barcelona is daar de belichaming van.

No nos representan

“No nos representan” of “ze representeren ons niet” was een vaak gebruikte slogan tijdens de protesten van de Indignados (‘de verontwaardigden’), die Spanje overspoelde en waarvan de eisen voor “een echte democratie, nu!” een katalysator werden voor een veelheid aan burgerinitiatieven ter bevordering van sociaal welzijn en directe participatie. De beweging veroverde Europa en werd de inspiratiebron voor Occupy Wall Street. De straat bereikte haar kookpunt: honderdduizenden Spanjaarden namen deel aan volksvergaderingen en acties van burgerlijke ongehoorzaamheid. Hoewel de Indignados-beweging uitstierf, werd haar politieke agenda deels overgenomen door de Barcelonese ‘bewegingspartij’ Barcelona en Comú (BeC). De uitslag van de verkiezingen in 2015 sloeg in als een bom: de bewegingspartij werd uit het niets de grootste partij en Ada Colau werd de eerste vrouwelijke burgemeester van Barcelona. Veel voormalige ‘indignados’ besloten om van het bezetten van stadspleinen over te stappen naar het bewonen van stadhuizen en begonnen aan een lange weg door de politieke instituties. Naast Barcelona wonnen ‘bewegingspartijen’ ook in Madrid, Zaragoza, Cádiz en A Coruña.

Die bewegingspartijen wilden echter geen traditionele politieke partijen zijn en introduceerden innovatieve structuren die open, transparant en participatief zijn. Barcelona en Comú noemde zichzelf geen partij maar een ‘platform’ en stelde haar verkiezingsprogramma op aan de hand van voorstellen die verzameld werden tijdens debatten in openbare ruimtes en ideeën van burgerorganisaties. “Een burgerplatform heeft niet alleen tot doel om lokaal beleid te veranderen”, schreven de organisatoren. “Het wil ook de spelregels veranderen en nieuwe manieren creëren van politiek bedrijven, dat onder controle staat van de burgers. Een politiek van onderaf, vanuit wat we het beste kennen: onze straten, onze buurten”. Ook terwijl Barcelona en Comú in de Barcelonese regering zat, werd de beleidsagenda bepaald door burgers en sociale bewegingen via online en offline kanalen van burgerparticipatie die in het beleidsproces werden ingebed.

De stad en de burger

Barcelona en Comú is het resultaat van een burgerbeweging van onderaf die zo krachtig werd dat ze het politieke landschap door elkaar schudde en tot een grondige herschikking dwong. Het open source platform DECIDIM (Catalaans voor ‘Wij Beslissen’) werd opgericht en gebruikt om een inclusieve participatie mogelijk te maken, waarbij burgers ideeën kunnen voorstellen, daarover kunnen debatteren en daarover kunnen stemmen. Het verbindt online en face-to-face ruimtes om verschillende participatieprocessen te organiseren, variërend van petities en burgerinitiatieven tot co-productie, participatieve budgettering en gemeentelijke planning. Ondertussen heeft decidim.barcelona 150.000 actieve deelnemers, die meer dan 28.000 voorstellen deden waarvan er 14.000 door de gemeenteraad werden overgenomen en er waren 3.800 fysieke bijeenkomsten. Het platform stelt bovendien iedereen in staat om participatieve processen te initiëren: het kan gebruikt, gekopieerd en aangepast worden door organisaties en overheidsinstellingen waar ook ter wereld. De internationale impact van het platform is enorm: 450 instanties in 30 landen en meer dan 1,3 miljoen mensen gebruiken het platform. Het heeft zich ook verspreid naar België, waar het onder meer door de Kamer van Volksvertegenwoordigers wordt gebruikt.

Barcelona heeft de relatie tussen het maatschappelijk middenveld en de stedelijke instellingen gedemocratiseerd door de traditionele structuren van politieke partijen te transformeren en nieuwe vormen van politieke participatie te ontwikkelen. Gebaseerd op het idee van radicale democratie streven ze naar een coproductie en medeverantwoordelijkheid in politieke besluitvorming tussen de stad en de burger. Horizontaliteit, zelforganisatie, directe of participatieve democratie en diversiteit staan centraal. De stad probeert de sociale en politieke capaciteiten van de burgers te activeren door sociale bewegingen, buurtverenigingen en burgerassemblees zo veel mogelijk op te nemen in de dagelijkse routine van de institutionele politiek.

Superilles

Dat werd ook duidelijk op het heikele thema dat mobiliteit is. Veel wijken in Barcelona kreunen onder luchtvervuiling, verkeersdruk, geluidsoverlast en gebrek aan publieke ruimte. De stad ontwikkelde daarom het concept ‘superblocks’ (Superille in het Catalaans) – eenheden van 400 x 400 m, groter dan een blok maar kleiner dan een hele wijk – om die problemen wijkgericht aan te pakken. Het initiatief tracht aan de hand van gemeenschapsparticipatie voorrang te geven aan mensen in plaats van auto’s door telkens 9 huizenblokken samen te voegen in een raster van drie op drie en alle binnenstraten voor auto’s af te sluiten en het verkeer om te leiden naar de buitenstraten. Het wil ruimte terugwinnen voor de gemeenschap, de biodiversiteit verbeteren, duurzame mobiliteit bevorderen en sociale cohesie stimuleren. De stad besefte dat daarvoor een intensieve en volgehouden participatie van de buurtbewoners essentieel is, zowel voor het draagvlak als de kwaliteit van het project. Daarom zijn er regelmatig infosessies en workshops voor de bewoners en betrokken organisaties, en werkgroepen met vertegenwoordigers van de stad en de buurt. Werksessies combineren technische presentaties met groepsdiscussies. Ook het hierboven genoemde platform decidim.barcelona wordt gebruikt om participatie te structureren en documenteren. Het Superblocks-project is een bijzonder stedenbouwkundig voorbeeld van hoe een top-down beleid naadloos overgaat in bottom–up initiatieven.

Daarnaast heeft Barcelona ook een Burgerraad, een vergadering voor jongeren — 100 Barcelonezen tussen 16 en 29 jaar — geselecteerd via loting die 3 maanden lang beraadslaagden over de belangrijkste problemen waar zij mee geconfronteerd worden: mentale gezondheid, onderwijs en emancipatie (werk en huisvesting). De stad Barcelona heeft beloofd 20 van de 27 voorstellen uit te voeren.

European Capital of Democracy

Barcelona brengt het idee in de praktijk dat burgers, wars van de traditionele partij-cenakels, zelf politieke actoren zijn die hun eigen platformen van onderop opbouwen. Het ziet de stad als gemeenschap, waarbij burgers actiever betrokken worden bij het besluitvormingsproces dan in andere steden. De stad wil een antwoord bieden op de crisis van de representatieve democratie waarin mensen het gevoel hebben dat hun stem niet voldoende wordt gehoord door de traditionele politieke instellingen. Politieke partijen verliezen leden, steeds minder mensen gaan stemmen, het politieke vertrouwen daalt, en veel mensen verkeren in een staat van politieke apathie.

In Barcelona verandert de democratie eerder dan dat die in gevaar is of, erger nog, verdwijnt. Er wordt een participatieve laag gelegd op de representatieve democratie. Barcelona beseft dat in een representatieve democratie burgers gereduceerd worden tot kiezers en consumenten van dienstverlening: verkozen politici en ambtenaren beslissen over beleid, vaak zonder inbreng van de burger of het middenveld. In de omslag naar een ‘participatieve democratie’ worden burgers medeverantwoordelijk: ze beïnvloeden, beslissen mee en produceren beleid, en worden op die manier co-creator. In Barcelona is iedereen politiek.

En Brussel?

Ook Brussel was, samen met het Portugese Braga en het Spaanse Barcelona, geselecteerd als finalist. Brussel probeert haar lokale democratie te heruitvinden, zij het minder radicaal dan Barcelona, door burgers meer mogelijkheden te geven om betrokken te raken bij politieke beslissingen die hun leven beïnvloeden. Onze hoofdstad wil enerzijds de zichtbaarheid van lokale kwesties verhogen en anderzijds ervoor zorgen dat de politiek responsiever wordt naar de behoeften en wensen van de bevolking. De stad Brussel streeft ernaar dat de burgers zich de politieke instellingen opnieuw toe-eigenen via een structurele, georganiseerde en reële participatie. Dialoog tussen de politiek en de burger wordt vernieuwd en de resultaten ervan worden in overweging genomen door de overheid. De georganiseerde burgerparticipatie neemt verschillende vormen aan: soms gaat het om collectieve informatie-, luister- en dialoogprocessen die gepaard gaan met de implementatie van openbare projecten (burgervergaderingen, enquêtes, enzovoort), maar er zijn ook wijkraden of participatieve begrotingen. De stad bepaalt echter zelf voor elk project hoeveel invloed ze aan de burger wil geven, rekening houdend met het doel van het project, de vraag naar burgerparticipatie, de tijds- en budgetbeperkingen, de voorgeschiedenis van het dossier …

Brussel verwijst in zijn kandidaatstelling als Europese hoofdstad van de democratie naar het permanente ‘Bürgerrat’ (burgerraad) in de Oostkantons als voorbeeld van burgerparticipatie. Het motiveerde Brusselse politici – die de neiging hebben om kiezers eerder als een bedreiging dan als een hulpbron te zien – dat burgers vertrouwd en niet gevreesd moeten worden. Daarom lanceerde het Brussels Parlement deliberatieve commissies in 2020: door loting geselecteerde burgers raakten op die manier betrokken bij de parlementaire werkzaamheden, om een specifiek thema te behandelen. Parlementsleden en burgers stelden samen aanbevelingen op die in het Parlement behandeld werden. Het is een voorbeeld van hoe Brussel streeft naar co-constructie van de stad. Het idee van een ‘co-stad’ wordt gerealiseerd via wijkraden, participatief budgetteren, een online platform voor burgerparticipatie, een toolbox om een cultuur van burgerparticipatie te stimuleren, maar ook door bestaande burgerinitiatieven te ondersteunen. In het cocreëren van lokaal beleid gebruikt de stad bijvoorbeeld een bakfiets, om buurtbewoners te informeren en te raadplegen op straat, in plaats van in vergaderzalen. Die bakfiets kreeg de naam ‘de Babbeleir’ en werd onder andere gebruikt voor het nieuwe circulatieplan.

Hoewel er dus een aantal hoopgevende initiatieven zijn, staat het participatiebeleid van Brussel, zeker in vergelijking met Barcelona, nog in zijn kinderschoenen.

Steden als broedplaats voor democratische vernieuwing

We worden geconfronteerd met een paradox: hoewel de steun in Europa voor democratie onder burgers overweldigend is, is er wijdverspreide ontevredenheid over de manier waarop partijen, vertegenwoordigers en regeringen presteren. In die context nemen Europese steden hun verantwoordelijkheid, zij zitten niet stil en nemen de leiding in een proces van heroverweging en herinrichting van de democratie. Wanneer burgers een actieve rol spelen in hun steden, worden democratische waarden versterkt. Steden zijn plaatsen van hoop op weg naar het verdedigen, maar vooral het versterken van de democratie. Steden zijn broedplaatsen voor de broodnodige democratische vernieuwing en Barcelona nog het meeste.

Met de Europese Hoofdstad van Democratie toont de Europese Unie aan dat wat nodig is in politiek turbulente tijden een daadkrachtige politieke rol is voor steden. De Europese democratie is afhankelijk van steden. Doorheen de geschiedenis hebben steden democratische instellingen en ideeën doen ontstaan. Steden zijn de bakermat van de democratie en juist nu hebben we ze het hardst nodig.

Lucas Roefmans studeert een master ‘Politieke wetenschappen: democratie en leiderschap’ aan de VUB. In de periode november-december 2023 deed hij stage bij Socius, steunpunt voor sociaal-cultureel werk, en werkte hij mee aan de campagne Allemaal Politiek. Hij schreef een artikel over waarom Barcelona verkozen is tot Europese Hoofdstad van de Democratie.