
Actieve burgers in een wereld van gemeenschappen
Naar aanleiding van hun boek Een Wereld van Gemeenschappen en hun gesmaakte sessie op het inspiratiemoment Hoe burgerinitiatieven aan politiek doen konden we Floor Ziegler en Teun Gautier strikken voor een gesprek. In Nederland brengen zij een brede coalitie op de been om de overheid en andere actoren duidelijk te maken dat bewonersinitiatieven een gelijkwaardige partner (moeten) zijn in de organisatie van de samenleving.
Floor en Teun, in de bewonersbeweging is een belangrijke rol weggelegd voor stadmakers. Wat verstaan jullie daaronder?

Teun: Eerst en vooral willen we de term zo min mogelijk gebruiken, want je hebt natuurlijk ook dorpmakers, wijkmakers, buurtmakers of desnoods straatmakers. In essentie gaat het over mensen die opstaan in hun buurt om die mooier, liever en fijner te maken, en daarbij nog een stapje verder gaan door het redelijk professioneel aan te pakken.
Floor: Je bent als het ware het kraakbeen tussen systeem en leefwereld. Een stadmaker denkt in mogelijkheden, is creatief en verbindend, en zal niet snel zeggen: ‘Dit kan niet.’ Integendeel, in eerste instantie zegt hij eigenlijk: ‘Dit kan wel.’
Teun: Stadmaken is meer een houding dan een vak. Ondertussen veranderde de rol die Floor en ik spelen in de bewonersbeweging. We proberen de beweging een gezicht te geven en herkenbaar te maken. De tijd is voorbij dat de systeemwereld met dedain naar bewonersinitiatieven keek. Het is niet meer: “Hé, lief, die bloementuin,” nee, wij maken duidelijk dat het over 25.000 bloementuinen gaat en dat die beweging een belangrijke partner is om mee samen te werken.
Floor: Daarvoor hebben we bijvoorbeeld in Utrecht het Huis van het Actief Burgerschap opgericht. We hebben een huis opgericht voor al die losse regendruppels. Met de coalitie vormen we een netwerk van netwerken.
Heb je een stadmaker nodig om een bewonersinitiatief op te richten?
Floor: Nee, er zijn bijvoorbeeld een heleboel moestuinen die gewoon door bewoners worden gerund. Daar komt geen stadmaker bij kijken. Maar we zien wel dat, als er stadmakers aan verbonden zijn, die initiatieven duurzamer worden en beter kunnen ‘levelen’ met de overheid. In Gent (tijdens het inspiratiemoment, red.) ontmoetten we heel wat mensen van jullie organisaties met dezelfde mentaliteit.
Teun: Inderdaad, de Koer, waar de dag plaatsvond, is zo’n typisch stadmakersproject. Het gaat verder dan een leuke plaats in de buurt.
Wat is het belang van bewonersinitiatieven in de samenleving?
Teun: Als je naar de politiek kijkt, dan is er iets vreemds gebeurd. We hebben een laag in de politiek ingebracht die geen connectie meer heeft met de leefomgeving, maar er wel over beslist. Een voorbeeld: in het stadhuis van Amsterdam beslist men of en wanneer een bankje in de wijk Nieuw-West gerestaureerd kan worden. Buurtbewoners waren al twee jaar aan het wachten. ‘Waarom schilderen we dat niet zelf’, vroeg ik hen. Nou ja, dat kan niet, want dan is dat vernieling. Kun je nagaan hoe systemisch we geworden zijn? Terwijl je ook kan zeggen als stadsbestuurder: “Dit is geweldig! Wat fijn dat jullie deze bank willen schilderen, wat hebben jullie nodig?”
Floor: Als je vanuit disconnectie de samenleving bestuurt, ontstaat er een lager gevoel van grip bij de buurt zelf. Je voedt angst en creëert weerstand, wat leidt tot de verrechtsing die we nu zien. Met bewonersinitiatieven krijgen mensen opnieuw grip op hun directe leefomgeving. En dat is de kern van gemeenschappen: mensen ervaren weer dat ze zelf invloed kunnen uitoefenen en dat ze die bank zelf kunnen schilderen, die tuin kunnen beheren of een energiecoöperatie kunnen oprichten. Dat is de sleutel, de oplossing, want de systeemwereld is uiteindelijk te ver van de mensen komen staan. Ze hebben bewonersinitiatieven dus ook echt nodig.
Teun: We willen echt helpen, maar op basis van gelijkwaardigheid. Dus als een wethouder een afspraak wil maken en zegt dat hij over zes weken een halfuurtje tijd heeft, dan komen wij niet. Zo willen we niet werken. We willen het primaat terughalen naar de samenleving.
Met bewonersinitiatieven krijgen mensen opnieuw grip op hun directe leefomgeving.
En daarvoor zijn jullie volop coalities aan het vormen. Hoe gaat dat in zijn werk? Wie zijn jullie bondgenoten?
Floor: Dat is de coalitie We doen het samen, met onder andere het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve Bewoners en Nederland zorgt voor elkaar. Allemaal organisaties die bewonersgroepen ondersteunen. Of het nu over zorg, energie of kleine kernen gaat.

Met de coalitie hebben we in werkgroepen doelen bepaald en beslissen we wat er eerst moet gebeuren. Stilaan worden we een goed georganiseerde coalitie, al moeten we nu ontzettend oppassen dat we zelf geen instituut worden. We slaan de handen in elkaar zonder opnieuw afhankelijk te worden van budgetten. Dat is belangrijk, en dat is bijvoorbeeld anders dan bij jullie, het middenveld. We zijn niet afhankelijk van structurele budgetten. We hoeven dus ook niet bang te zijn dat een minister zegt: ‘Oké, als jij je zo gedraagt, dan zorg ik ervoor dat je uit je rol wordt gezet.’
Teun: In ons Huis van het Actief Burgerschap nodigen we één keer per maand iemand uit om op de zeepkist te staan en een vraag te stellen aan bewonersgemeenschappen. Op dat moment denkt iedereen mee en brengt verschillende perspectieven in.
In Gent gingen jullie tijdens jullie sessie ook in gesprek met lokale ambtenaren en sociaal-cultureel werkers. Wat viel jullie daarbij op?
Teun: Heel wat mensen ondersteunden op een of andere manier bewonersinitiatieven. Dat vonden we wel interessant. Jullie middenveld boeit ons, het lijkt alsof er hier veel stadmakersdynamiek in zit, en dat veel organisaties een behoorlijk belangrijke initiërende rol spelen bij bewonersinitiatieven.
Floor: Tegelijkertijd bestaat het risico dat je daardoor eigenaarschap bij bewoners weghaalt. Als middenveld ben je afhankelijk van middelen. Op een gegeven moment krijgt die afhankelijkheid een leidende rol. Je moet dan een bepaald aantal bewonersinitiatieven ondersteunen, want anders krijg je je subsidie niet meer. Ga je dan niet heel hard aan initiatieven trekken?
Teun: Wat ons verder nog opviel, is dat jullie heel bescheiden en heel beschaafd zijn. Daar kunnen wij nog wat van leren, maar omgekeerd mogen jullie best wat steviger staan.
Je zou de wereld van gemeenschappen als een nieuwe vorm van politiek kunnen zien.
Dat brengt ons bij een laatste vraag over de politieke rol die bewonersinitiatieven in Nederland al dan niet opnemen. Jullie hebben als stadmakers en met de coalitie een duidelijke politieke boodschap, namelijk: ‘bewonersinitiatieven zijn gelijkwaardige mede-actoren in de samenleving’. In welke mate zijn bewonersinitiatieven zelf begaan met kwesties van ongelijkheid?
Floor: Ze doen dat vaak niet expliciet, maar tonen het wel heel erg impliciet. Je zou de wereld van gemeenschappen als een nieuwe vorm van politiek kunnen zien. Je maakt niet, zoals een politieke partij, een programma om vervolgens stemmen te werven. Integendeel, in een wereld van gemeenschappen doe je iets met z’n allen. Je vindt hernieuwbare energie belangrijk, dus je richt een energiecoöperatie op. Of je zorgt ervoor dat er in jouw buurt minder armoede is.
Teun: In die wereld van gemeenschappen denken we niet in halen, maar in brengen. Je bent relevant omdat je iets kan brengen. In onze kapitalistische samenleving hechten we veel waarde aan wat je onttrekt. Wat als we die waarde zouden omkeren en ook zouden vieren? Dat degene die op woensdagnamiddag voorgelezen heeft aan een groep kinderen, belangrijker is dan degene die rondrijdt in een dure auto? Dat wordt mogelijk in een wereld van gemeenschappen.
Fijn om jullie te leren kennen.